Kamjar groeide op onder grote druk van zijn ouders, vooral als derde zoon die het moest maken.

Kamjar groeide op in een omgeving die hem niet altijd begreep. Al vroeg in zijn jeugd kreeg hij te maken met misverstanden en verkeerde inschattingen. Thuis in Rotterdam waren er vaak ruzies en er werd veel druk op hem uitgeoefend door zijn van oorsprong Iraanse ouders. “Ik was de laatste hoop van mijn ouders om een diploma te halen. Als derde zoon moest ik alles perfect doen.”

Al op jonge leeftijd werd Kamjar naar het speciaal onderwijs gedirigeerd. In retroperspectief vond hij dit onterecht. “Ze dachten dat ik een mentale stoornis had, maar ik hoorde er niet thuis”, zegt hij met een rustige stem. Dankzij een oplettende directrice maakte hij een opmerkelijke overstap van een basis-kaderopleiding op speciaal onderwijs naar de reguliere mavo, een wending die het begin markeerde van een uitdagende reis.

Na het afronden van de havo begon hij op zeventienjarige leeftijd aan de opleiding Technische Bedrijfskunde op het hbo. “Het eerste jaar ging goed, maar in het tweede jaar werd het steeds moeilijker,” herinnert hij zich. Dat kwam vooral door een verslechterde thuissituatie. Daarom besloot hij in een impulsieve bui het ouderlijk huis te verlaten. “God weet waarom ik dat deed.” De druk van de studie en de keuze om zelfstandig te gaan wonen, eisten al snel hun tol. Kamjar raakte in een depressie en kreeg te maken met geldproblemen. “Ik voelde me gevangen in een neerwaartse spiraal en verloor de controle.”

Zijn terugkeer naar het huis van zijn moeder bleek niet de oplossing. “Er waren dagelijks ruzies,” vertelt hij. Kamjar zocht zijn toevlucht in raves en festivals, plekken waar hij dacht rust te vinden in de muziek. Hier ontdekte hij ook drugs, met name ecstasy, wat hem aanvankelijk verlichting leek te geven, maar al snel een opmaat bleek tot andere middelen zoals ketamine en 3-MMC. Toen zijn moeder drugs vond in zijn kamer, escaleerde de situatie. “Ik moest onmiddellijk mijn spullen pakken en was dakloos.”

Kamjar doorstond een donkere periode, waarbij hij dikwijls op de bank bij vrienden verbleef. Op zijn diepste punt sliep hij in zijn auto, met de bestuurdersstoel in de uiterste ligstand. “Je bent helemaal alleen met je gedachtes. Ik voelde me niet veilig en sliep nauwelijks.” Uiteindelijk kwam hij via Centraal Onthaal Jongeren aan een eigen kamer bij de NAS in Hoogvliet.

De omslag kwam toen Kamjar besloot zijn leven te veranderen. “Ik ben nu vier maanden clean,” zegt hij trots. Het rave-leven heeft hij achter zich gelaten en hij kijkt met een heldere blik naar de toekomst. “Ik ging eerst elk weekend uit, toen één of twee keer per maand, maar nu al vier maanden niet meer.”

Momenteel zit Kamjar in het derde jaar van de studie Business, IT & Management op de Hogeschool Rotterdam. Hij is vastbesloten om nooit meer in dezelfde situatie terecht te komen. “Ik ben nog niet waar ik wil zijn, maar ik kom er wel.” Zijn reis, van speciaal onderwijs naar het hbo, van dakloosheid naar stabiliteit, is een verhaal van veerkracht en wilskracht. “Niemand gaat je helpen, totdat je er zelf voor werkt” zegt hij met overtuiging. “Tuurlijk, er zijn mooie instellingen zoals de NAS, maar als je er zelf geen moeite voor doet, kun je weinig terugverwachten.”

In ‘Wij zijn de NAS’ delen zowel medewerkers als cliënten van de Nico Adriaans Stichting (NAS) hun dromen, doelen, worstelingen en prestaties. Maak kennis met de veelzijdige en inspirerende mensen die samen de NAS vormen.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven