Na twee jaar ‘bankslapen’ krijgt Vanuza vlak voor Kerst een eigen huis en ze gloeit ervan

Peter van Drunen ontmoet cliënten van de NAS. Hij stelt ze voor in de rubriek ‘Rotterdamers met een randje’.

Vanuza zwierf de afgelopen twee jaar als ‘bankslaper’ bij kennissen in Rotterdam en Schiedam. Ze liet in het begin niet veel los over zichzelf, maar soms zag ik de pijn als het over haar zoon ging die ze al vijf jaar niet heeft gezien. Hartverscheurend moet dat zijn. Hij is veertien en woont nu met zijn vader in Portugal. “Zijn vader loog en bedroog en hij nam mijn zoon bij me weg. We leefden al niet meer samen en hij zette mijn zoontje tegen mij op door slecht over me te praten.”

Vanuza’s zoon is onvervangbaar, maar haar hondje Zeus is als een kind voor haar. Nooit zal ze vrijwillig afstand van hem doen, maar met Zeus komt ze de nachtopvang niet in. Gelukkig mag ze eind november een urgentiewoning in Hoogvliet bezichtigen. “Oh, ik ben zo blij, eindelijk na twee jaar.” Ook vindt ze werk als schoonmaakster.

Maar dan moet ze plotseling de woning van haar kennis verlaten waardoor ze op straat staat. Na wat rondbellen blijkt Hotel Breitner zo vriendelijk om haar voor een prikkie onderdak en ontbijt aan te bieden totdat ze haar woning krijgt. “En haar hondje is ook welkom”, mailt de vriendelijke receptioniste.

Vanuza en ik gaan naar Hoogvliet – Zeus onrustig op schoot – om het huurcontract te tekenen. Als de Woonbron-consulent haar de foto’s van het huis laat zien, wordt ze even stil. “Mijn eigen huis”, fluistert ze vervolgens trots tegen zichzelf. Ze blijft fysiek rustig, maar gloeit van binnen.

Op de terugweg vertelt ze dat ze gek is op rode wijn. “Voordat ik begeleiding kreeg, dronk ik soms wel twee flessen per dag. En na twee flessen vergeet je alles, zelfs wie je bent”, zegt ze lachend. “Nu kan ik stoppen na twee glazen. Mijn woning, het werk…Dat geeft me hoop.”

Een man wil ze voorlopig niet meer. “Ik droom niet meer van een man. Ik droomde van mijn eigen huis. Stukje bij beetje wil ik mijn leven opbouwen. Werken, uit eten gaan als het kan. Maar een man…nee, mannen bezorgen me teveel hoofdpijn.”

Ze is het meest teleurgesteld door de vader van haar zoon. “Maar ik geloof dat iedereen moet betalen voor de fouten die hij maakt, dus ik denk dat hij nog een fikse rekening krijgt.”

Ik zet haar af bij het hotel, voor haar laatste nachtje, want daarna kan ze eindelijk in haar eigen woning. Zeus is rustig. “Normaal is hij niet zo. Ik denk dat hij voelt dat ik gelukkig ben.”

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven